Met de snelle ontwikkeling van de moderne landbouw is de transplanteermachine is geleidelijk een onmisbaar instrument geworden in de landbouwproductie vanwege zijn hoge efficiëntie, precisie en arbeidsbesparende eigenschappen. Om de voordelen van de plantmachine te maximaliseren en de stabiele, veilige en efficiënte werking ervan bij verplantingsoperaties te garanderen, is het bijzonder belangrijk om de juiste bedieningsmethode onder de knie te krijgen.
Voorbereiding vóór het verplanten
Voordat verplantingsoperaties worden uitgevoerd, moet eerst een uitgebreide apparatuurinspectie worden uitgevoerd. Dit omvat een uitgebreide beoordeling van belangrijke componenten zoals de motor, het transmissiesysteem, de transplantatiemachine en het besturingssysteem. Ervoor zorgen dat alle componenten in goede staat verkeren en losraken, schade of abnormale slijtage voorkomen, is essentieel voor de normale werking van de apparatuur.
Ook de veldvoorbereiding mag niet worden genegeerd. Vóór het verplanten moet het veld goed worden voorbereid, inclusief losmaken, bemesten en wieden. Ervoor zorgen dat de grond matig zacht is, zal de gezonde groei van de wortels van het gewas bevorderen. Bovendien moeten, afhankelijk van de groeikenmerken van het gewas en de klimatologische omstandigheden van het verplantseizoen, de tijd en de methode van verplanten redelijkerwijs worden gekozen om de overlevingskans van het gewas te verbeteren.
Nadat de apparatuur klaar is, moeten de afstand en plantdiepte van de plantmachine worden aangepast aan de vereisten van de gewasafstand en rijafstand. Deze stap zorgt ervoor dat de getransplanteerde gewassen gelijkmatig worden verdeeld en biedt voldoende bescherming voor het wortelsysteem, waardoor de groei ervan wordt bevorderd.
Operatiepunten tijdens het verplanten
Zorg ervoor dat de motor afgekoeld is voordat u de plantmachine start en voeg de juiste hoeveelheid brandstof en olie toe volgens de instructies van de fabrikant. Na het starten moet de motor worden voorverwarmd om ervoor te zorgen dat alle onderdelen volledig worden gesmeerd, wat de efficiëntie van de apparatuur helpt verbeteren.
Pas tijdens het verplanten de snelheid van de verplantmachine tijdig aan, afhankelijk van de werkelijke omstandigheden op het veld en de verplantvereisten van het gewas. Zorg ervoor dat de plantmachine het gewas nauwkeurig en stabiel in de grond kan plaatsen om overmatig knijpen of trekken aan het gewas te voorkomen, waardoor de gezondheid van het gewas wordt gewaarborgd.
Bovendien moet de machinist de bedrijfsstatus van de plantmachine nauwlettend in de gaten houden, inclusief het motortoerental, de werkconditie van het transmissiesysteem en de insteekdiepte van de plantmachine. Zodra er een afwijking wordt gevonden, moet de machine onmiddellijk worden gestopt voor inspectie om te voorkomen dat de fout zich uitbreidt of schade aan het gewas veroorzaakt.
Het is ook cruciaal om de plantmachine in balans te houden. Tijdens het gebruik moet de apparatuur stabiel worden gehouden en overmatig kantelen of stoten worden vermeden, wat niet alleen helpt om de impact en schade van de plantmachine op de gewassen te verminderen, maar ook de nauwkeurigheid en efficiëntie van het verplanten verbetert.
Onderhoudsmaatregelen na het verplanten
Na voltooiing van de verplanting is het noodzakelijk om de grond, resten en onkruid op de verplantmachine tijdig te reinigen. Deze maatregel helpt niet alleen om de apparatuur schoon en hygiënisch te houden, maar voorkomt ook effectief dat de volgende gewassen besmet of beschadigd raken.
Na elk gebruik is het ook erg belangrijk om de verschillende onderdelen van de plantmachine te controleren, vooral de belangrijkste onderdelen zoals het transmissiesysteem, de plantmachine en het besturingssysteem. Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat zijn. Als ze loszitten, beschadigd zijn of abnormaal versleten zijn, moeten ze tijdig worden vervangen of gerepareerd om de normale werking van de apparatuur te garanderen.